lebonton
maandag 26 augustus 2024
een oude dag
woensdag 1 mei 2024
interbellum
ik maakte een aantal jaren teksten die door scholieren werden voorgelezen bij het monument voor de gevallenen in jutphaas.
nog even en we staan weer stil bij oorlogsslachtoffers.
nog even en we bewegen weer op het ritme van de vrijheid.
ingetogen en uitbundig.
een goede, waardevolle traditie, nooit hetzelfde.
en nu, nu is het anders.
ik wens u oprecht toe dat u langdurig en intens vrede mag voelen.
ook naar de ander toe, ik hoop dat u goed voor en tolerant jegens de ander wilt zijn.
‘vrijheid geef je door’ is het motto.
laten we dat doen.
nu zijn we ons meer dan eerder bewust van de breekbaarheid van vrijheid.
meer dan eerder ook ben ik bezorgd.
interbellum
denk jij dat wij ooit net als zij
in tijden van een losser rede
bereid zijn om in naam van vrede
ook op te gaan in razernij?
dat jij en ik, bepakt, gehelmd
de lieven kussen, weg marcheren
om wat ondenkbaar is te leren
terwijl een roes het hart bedwelmt?
je lacht en denkt ‘wij zijn nu vrij’
dat dachten zij ook in ’t verleden
een zwaar beseffen pijnigt mij
zij waren ooit toch net als wij
ik vrees de wegen te betreden
dus bid ik god ‘sta ons dan bij’
© ton de gruijter
(dit gedicht is opgenomen in de bundel ‘een schommel treft geen blaam’)
donderdag 25 januari 2024
het huis dat jou omhult
gelukkig liggen hier de klinkers scheef
zodat de knikker liggen blijft
in een oud geworden regenplas
de plotse zon laat jou het zeilschip zien
dat drijven wil, misschien,
maar jij vermoedt een wormgat in de romp
het meisje met de blinde ogen
merkt niet dat jij haar vingers
op hun dikte weegt
omdat een stomp, op maat gemaakt,
'het zeegat uit' betekent
een wolk verwoest het beeld
je pakt de knikker op, verveeld,
en hoort het klappen van de deur
je voelt het zuigen van de gang
je ruikt de generaties van het huis
dat jou, weer huilend nu, omhult
© ton de gruijter
maandag 8 januari 2024
uit de actueel blijvende bundel 'stadsparabelen', de vredeskrijger
we horen het van generaals, analisten en politici.
wie vrede wil moet bereid zijn krijg te leveren.
zo stond het al beschreven:
de vredeskrijger
die avond werd net op de grens van de nacht
en vlak voor het sluiten van bruggen en poort
door hen die toen werkten als wacht
een stem uit het duister gehoord
een vreemde,
nooit eerder gezien,
vertelde te reizen,
'een bed' was zijn vraag,
'een brood in de ochtend misschien'
(voor ’n volgende stad was zijn voetgang te traag)
zij lieten hem in,
gaven vlees op een bord
en wijn in een kruik,
maar zij vroegen hem toen
waarom hij met staal was omgord
als hij hen geen kwaad wilde doen
hij sprak hen van vrede,
hoe kwetsbaar zij was,
van wreedheid,
begaan verderop in het land,
van levens,
gebroken als glas,
van steden als deze,
de huizen in brand
‘zo draag ik een zwaard,
lans en dolk
een schild en een helm,
steeds gekleed voor de slag
zo hoed ik het vlees van mijn volk,
want niemand heeft weet van een volgende dag
uw vrede, zij faalt
wanneer zij de blikken niet scherpt
wanneer zij de spieren niet staalt
voor als er zo’n dag zwarte schaduwen werpt’
nadat hij vertrok stak de smid een woest vuur
en ieder kreeg helm, schild en zwaard
en nooit was er ooit nog een lichthartig uur
want ijzer en vree waren anders van aard
© ton de gruijter
zondag 31 december 2023
uit de actueel blijvende bundel 'stadsparabelen', een jaarwisseling
ik hoop dat het komend jaar u brengt wat voor u belangrijk is.
laten we lering trekken uit het verslag uit 'stadsparabelen';
de jaarzegger
zo stond men bijeen op het plein,
de kleding gewassen,
gezichten geboend,
en rijkelijk vloeide de wijn
men gaf elkaar handen
en soms werd gezoend
de jaarzegger werd weer verwacht
in het midst van de nacht
toen luidde de koperen bel van de houten kapel
de jaarzegger sprak, en de tijd was gekomen
voor ’t noemen van dromen
zijn tas, vol verleiding, bevrijding,
of wat men ook zocht,
gleed net zo vlot leeg als de roemers met vocht
(wat kon men verliezen met zo veel te kiezen?)
de jaarzegger kwam en de jaarzegger ging
en langzaam verdween wat men zou, moest of wou
zoals steeds voorheen bij een tijdswisseling
© ton de gruijter
dinsdag 21 november 2023
uit de actueel blijvende bundel 'stadsparabelen', een verkiezingsverslag
een stem voor de raad
het eind kwam in zicht van de raadsperiode,
onwennig vertoonden de leden
zich buiten op straat
zij streefden naar macht in de komende raad
en zochten de gunsten van mensen en goden
voor 't oog van de burgers betraden zij kerken
en lachten naar moeders en kusten een kind,
trotseerden zij regen en wind
en veinsden bezieling voor nuttige werken
ze leken begaan met de stand van het land
en reikten (wanneer 't volk maar keek)
een armlastige d' hand
zo toonden zij wat zij niet waren
maar leken zij 't wel,
zo kreeg elk een gehoor,
zo gaven zij elk hun beloftes weer door
en wierven zij steun voor de volgende jaren
en daags na hun kunsten vertrokken zij weer,
naar het huis van de orde
de stem van het volk zou door 'jee' of een 'nee'
(geroepen op 't plein en geteld door de klerk)
bepalen wiens dag op de straat
het beste beviel en wie wel of niet mee
mocht besturen
en raadslid zou blijven of worden
© ton de gruijter
maandag 23 augustus 2021
mijmerplein
mijmerplein
zo’n pleintje ligt ineens door groen omarmd
alsof de straten hier bewust wat ruimte lieten
voor een mijmering;
dat door de muren van het oude huis
een vreemd gezin gehuisvest wordt, verwarmd
en dat hier, juist hier
in de grond
het lichaam ligt
bijvoorbeeld van een jong gestorven luitenant,
- zo kwetsbaar ondanks helm en knopen en een sabel in de hand -
die nooit heeft hoeven hopen
op een dans met toen nog niet geboren meisjes
zo’n pleintje fluister zacht
‘jij bent al niemands zoon’
er vloeit iets kouds door je herinnering
de tand des tijds bijt als een hond je jaspand stuk
© ton de gruijter