een stem voor de raad
het eind kwam in zicht van de raadsperiode,
onwennig vertoonden de leden
zich buiten op straat
zij streefden naar macht in de komende raad
en zochten de gunsten van mensen en goden
voor 't oog van de burgers betraden zij kerken
en lachten naar moeders en kusten een kind,
trotseerden zij regen en wind
en veinsden bezieling voor nuttige werken
ze leken begaan met de stand van het land
en reikten (wanneer 't volk maar keek)
een armlastige d' hand
zo toonden zij wat zij niet waren
maar leken zij 't wel,
zo kreeg elk een gehoor,
zo gaven zij elk hun beloftes weer door
en wierven zij steun voor de volgende jaren
en daags na hun kunsten vertrokken zij weer,
naar het huis van de orde
de stem van het volk zou door 'jee' of een 'nee'
(geroepen op 't plein en geteld door de klerk)
bepalen wiens dag op de straat
het beste beviel en wie wel of niet mee
mocht besturen
en raadslid zou blijven of worden
© ton de gruijter
Geen opmerkingen:
Een reactie posten